Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen, zegt de HEERE der heirscharen, [61]te dien dage, dien Ik maken zal, Mij een eigendom zijn; en [62]Ik zal hen verschonen, gelijk als een man zijn zoon verschoont, die hem dient. 61. Namelijk te dien dage als Ik de goddelozen straffen en mijn volk verlossen zal; zo zullen zij zijn, als mijn eigen erfdeel, een volk mij erfelijk toebehorende. Zie Ps.135:4; 1 Petr.2:9, en Titus 2:14. Anders: Te dien dage, als Ik mij een eigendom maken zal; dat is, als Ik mijn volk zal afzonderen van de goddeloze wereldskinderen. Anders: ten dage als Ik mijn allerdierbaarste juwelen afzonderen zal. 62. Dat is, Ik zal hen niet uitroeien met de goddelozen.